Nederland moet meer doen om afgewezen asielzoekers uit te zetten. Het zou bijvoorbeeld meer overeenkomsten met landen van herkomst kunnen sluiten, zodat die ook ‘aantoonbaar’ hun landgenoten terug nemen.
Dat schrijft een commissie die onderzoek heeft gedaan naar de asielketen in ons land. Die commissie, onder leiding van oud-topambtenaar Richard van Zwol, keek naar welke verbeteringen er mogelijk zijn. Zo kan ook worden voorkomen dat procedures te lang duren, of dat asielzoekers aanvraag op aanvraag ‘stapelen’.
Naast aanbevelingen op dat vlak, schrijft de commissie dat Nederland dus meer ‘dient te sturen’ op het vertrek van afgewezen migranten. Juist die groep is voor een groot deel verantwoordelijk voor overlast en criminaliteit, bleek al eerder.
Wel was het aandeel ‘zelfstandig en aantoonbaar vertrek’ vorig jaar afgenomen tot ongeveer een kwart van het totaal. ,,Van meer dan de helft van de vertrekplichtige vreemdelingen was niet bekend of ze Nederland daadwerkelijk hadden verlaten.’’
Volgens de commissie krijgt zeven à acht op de tien asielzoekers ook na hoger beroep uiteindelijk geen verblijfsvergunning; zij moeten Nederland dus verlaten.
,,Maar, slechts weinigen vertrekken daadwerkelijk aantoonbaar uit eigen beweging terwijl gedwongen vertrek ook lang niet altijd lukt.’’