Belastingaangiften controleren met behulp van risicomodellen die zijn gebaseerd op data zorgt weliswaar voor meer belastinginkomsten, maar er zit ook een flink nadeel aan.
Het gebruik van alle data die al bij de belastingdienst bekend zijn om te checken hoe hoog het risico is dat er een fout in de aangifte zit, maakt het werk van de fiscus makkelijker en leuker.
Maar dat geldt niet voor de belastingbetaler, ontdekte de Algemene Rekenkamer.
In de oude situatie werd namelijk maar op één of een select groepje gegevens gelet om te kijken of er mogelijk iets mis was met de aangifte. Door meer gegevens te gebruiken, wordt het makkelijker om in de 12 miljoen jaarlijkse aangiften voor de inkomstenbelasting te kijken of er mogelijk iets mis mee is.
Maar het risicomodel blijkt minder goed te werken dan gehoopt. Het wordt niet duidelijk waar in de aangifte de fout zit, waardoor een belastinginspecteur die alsnog helemaal handmatig moet controleren.
Bovendien zijn de risicomodellen ontwikkeld met als doel de opbrengsten te maximaliseren, concludeert de Rekenkamer. Ze signaleren dus ook alleen foutjes die de opbrengst van de schatkist verhogen en geen foutjes die de burger onterecht geld kosten.