De groeiende honger naar dierlijke eiwitten in ontwikkelingslanden heeft volgens een recent rapport in het tijdschrift Science geleid tot een smorgasbord van antibioticumconsumptie voor vee dat het voorkomen van antibioticaresistentie in ziekteverwekkende bacteriën die gemakkelijk van dier op mens worden overgedragen, bijna verdrievoudigd heeft .
Onderzoekers van ETH Zürich, het Princeton Environmental Institute (PEI) en de Vrije Universiteit van Brussel hebben bijna 1.000 publicaties en niet-gepubliceerde veterinaire rapporten van over de hele wereld verzameld om een kaart te maken van antimicrobiële resistentie in lage- tot middeninkomenslanden. Ze concentreerden zich op de bacteriën Escherichia coli, Campylobacter, Salmonella en Staphylococcus aureus, die allemaal ernstige ziekten veroorzaken bij dieren en mensen.
Tussen 2000 en 2018 is het aandeel antibiotica met resistentiepercentages van meer dan 50% in ontwikkelingslanden gestegen bij kippen van 0,15 tot 0,41 en bij varkens van 0,13 tot 0,34, meldden de onderzoekers. Dit betekent dat antibiotica die voor behandeling konden worden gebruikt, meer dan de helft van de tijd faalde bij 40 procent van de kippen en een derde van de varkens die voor menselijke consumptie waren grootgebracht.
De onderzoekers ontdekten dat antibioticaresistentie in vee het meest voorkomt in China en India, waarbij Brazilië en Kenia nieuwe hotspots worden. Sinds 2000 is de vleesproductie met meer dan 60% versneld in Afrika en Azië, en met 40% in Zuid-Amerika, terwijl landen op die continenten zijn overgeschakeld van eiwitarme diëten. Meer dan de helft van de kippen en varkens ter wereld bevindt zich in Azië.
“Dit artikel is de eerste die antibioticaresistentie bij dieren wereldwijd bijhoudt en constateert dat de resistentie de afgelopen 18 jaar dramatisch is gestegen”, zegt co-auteur Ramanan Laxminarayan, een senior onderzoeker bij PEI. Het onderzoek werd ondersteund door het PEI Health Grand Challenge-programma en omvatte mede-auteur Julia Song, afgestudeerd aan Princeton Class van 2018 en een vroegere PEI onderzoeksassistent.
“We willen zeker veel eiwitrijkere diëten voor veel mensen, maar als dit ten koste gaat van falende antibiotica, moeten we onze prioriteiten evalueren,” zei Laxminarayan.
De vleesproductie is goed voor 73% van het wereldwijde gebruik van antibiotica. Antibiotica hebben grootschalige veehouderij en wijdverbreide vleesconsumptie mogelijk gemaakt door infecties te verminderen en de lichaamsmassa van vee te vergroten.
De torenhoge opkomst van antibioticaresistentie in vee is vooral verontrustend in ontwikkelingslanden, zei eerste auteur Thomas van Boeckel, universitair docent geografie en beleid op het gebied van gezondheid aan de ETH Zürich. Die landen blijven explosieve groei van vleesproductie en -consumptie ervaren, terwijl de toegang tot veterinaire antimicrobiële stoffen grotendeels niet gereguleerd is.
De onderzoekers stellen voor dat ontwikkelingslanden actie ondernemen om het gebruik van menselijke antibiotica bij landbouwhuisdieren te beperken en dat welvarende landen een overgang naar duurzame landbouw moeten ondersteunen, mogelijk via een wereldwijd fonds om verbeteringen in de bioveiligheid en bioveiligheid te subsidiëren. Anders zou het onbeperkte gebruik van antibiotica bij nog grotere aantallen dieren die voor menselijke consumptie worden grootgebracht, kunnen leiden tot de wereldwijde verspreiding van besmettelijke bacteriën die steeds moeilijker te behandelen zijn.
“Antimicrobiële resistentie is een wereldwijd probleem”, zei Van Boeckel, die van 2013-2015 een Fulbright Scholar was bij Princeton. “Deze alarmerende trend laat zien dat de medicijnen die in de veehouderij worden gebruikt snel hun werkzaamheid verliezen.”
Lees verder bij de bron: EurekAlert!
