Steeds meer mannen in de westerse wereld kunnen zonder medische hulp geen kinderen meer verwekken.
Mannelijke onvruchtbaarheid is een verborgen pandemie: in veel landen daalt de concentratie van zaadcellen, een fenomeen dat zich uit in dalende geboortecijfers en het toenemende aantal vruchtbaarheidsbehandelingen.
Maar over de oorzaken is nauwelijks iets bekend. En er wordt nauwelijks onderzoek naar gedaan.
Politici hebben het probleem tot dusver genegeerd. Vaak, als zwanger worden niet lukt, zoeken artsen de oorzaak bij vrouwen. “Vruchtbaarheidscentra”, zoals vruchtbaarheidsklinieken tegenwoordig heten, zijn meestal bijna volledig op vrouwen gericht.
Ze krijgt hormonen en invasieve behandelingen. Maar in feite ligt het, schrijft Die welt, vaak aan de kwaliteit van het sperma.
In 2017 zorgde de Israëlische epidemioloog Hagai Levine voor wereldwijde opschudding. Hij bracht de resultaten bijeen van talloze spermacontroles vastgelegd in zogenaamde spermiogrammen.
Zijn vaststelling: in de afgelopen vierenhalf decennia is de spermaconcentratie in westerse landen met 52 procent gedaald.
Hoe dat komt? Niemand die het zeker weet. Levine speculeert dat mensen in het Westen al heel lang aan een chemische revolutie zijn blootgesteld: pesticiden, plastic producten en andere vervuilende stoffen zijn alomtegenwoordig.
De problemen beginnen …