Op Prinsjesdag deed het kabinet de belofte om 100.000 banen te scheppen door 15 miljard lastenverlichting op arbeid. Dat kan op twee manieren: lastenverlichting voor de werkgever, waardoor de arbeidskosten lager worden, en de burger minder inkomstenbelasting te laten betalen, wat meer besteedbaar inkomen zal opleveren.
Lastenverlichting is een wassen neus
Op de allereerste plaats worden die 100.000 banen over 10 jaar uitgesmeerd en is er 5-6 miljard euro aan ‘smeergeld' nodig om bepaalde bevolkingsgroepen te kunnen compenseren. Immers er zullen nog maar twee belastingschijven overblijven, waardoor de lagere inkomens en ouderen méér belasting zullen gaan betalen. Waar de regering die 5-6 miljard vandaan haalt wordt er overigens niet bij verteld.
Het goedkoper maken van arbeid voor de werkgever wil niet automatisch zeggen dat er meer banen bijkomen. Die banen moeten er immers wel zijn. De regering is van mening dat door de verlaging van de inkomstenbelasting het besteedbaar inkomen van de burgers omhoog gaat en daarmee de consumptieve bestedingen.
Probleem is echter dat de regering die verlaagde inkomstenbelasting wil compenseren door de belasting op consumptie te verhogen. denk aan verhoogde BTW-tarieven, accijnzen, milieubelasting etc. Het geld moet immers érgens vandaan komen. Dat is uiterst merkwaardig, want wanneer je aan de ene kant de consument meer geld ter beschikking stelt om te consumeren dan kan het niet zo zijn dat je dat consumeren duurder maakt door de belasting op dat consumeren te verhogen. Dat extra geld gaat dan niet naar méér producten kopen, maar naar duurdere producten kopen omdat er meer belasting over betaald moet worden. Extra banen zal dat dus niet opleveren.
rutte I en II heeft de werkgelegenheid afgebroken
Voor extra banen is reële groei nodig en voor extra groei, extra besteedbaar inkomen. Het reële inkomen is voor het zesde jaar op rij gedaald (CBS). De vooruitzichten voor de koopkracht volgend jaar stellen helemaal niets voor, ook al wil het kabinet 0,5 procent groei als een lichtpuntje etaleren. Want laten we eerlijk zijn, die theoretische 0,5 procent stijging geldt maar voor een kleine groep mensen. Daar tegenover staat een daling van het inkomen tot 1,75 procent voor huishoudens met één kostwinner en gepensioneerden. Heb je pech dan kan de inkomensdaling door stapeling van allerlei bezuinigingen oplopen tot meer dan 20 procent. Denk hierbij aan gehandicapten boven bijstandsniveau.
Lees verder via Citareg.
Foto via bertknot