Voor elke invoer van goederen moet nu worden geschat hoeveel CO2 tijdens de productie ervan is vrijgekomen. Er zou dan een overeenkomstige belasting moeten worden betaald op de invoer in de EU.
Volgens de voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, is dit een manier is om “het klimaat en de bedrijven te beschermen tegen oneerlijke concurrentie”.
Concreet: veel dingen zullen duurder worden. Op deze manier zou de nieuwe belasting worden toegevoegd aan alles dat in het buitenland wordt geproduceerd.
Er zouden nieuwe autoriteiten en een ongekende hoeveelheid bureaucratie nodig zijn om de nieuwe belasting van het zogenaamde “grensaanpassingssysteem” te berekenen en te innen.
Als de productie klimaatvriendelijk was, is er weinig belasting verschuldigd; als er tijdens de productie veel CO2 vrijkomt, is er veel belasting verschuldigd.
Een einde aan goedkope producten uit het buitenland? Waarschijnlijk. En of dit het “klimaat” zal helpen is meer dan twijfelachtig.
Van de burger wordt echter twee keer geëist om te betalen: Hij betaalt stijgende prijzen voor importproducten die voorheen goedkoop waren en voor de nieuwe autoriteiten die geacht worden de belastingen te innen.