Op 21 januari 2019 heeft de EU-Raad een nieuwe lijst met sancties tegen Syrië gepubliceerd. Deze sanctie is gericht op zakenmensen of Syrische bedrijven die deelnemen aan het Marota City-project.
De Europese Unie erkent dat, afgezien van zeldzame uitzonderingen, geen van de personen die in het kader van de nieuwe lijst zijn gesanctioneerd op enigerlei wijze hebben deelgenomen aan het Syrische conflict. Ze worden opgelegd voor hun voornemen om deel te nemen aan de wederopbouw van het land.
Volgens de VN zou het wederopbouwproces in Syrië minimaal 300 miljoen dollar kosten. Naast het rehabiliteren van bepaalde gebieden, zal het creëren van nieuwe steden onmisbaar zijn, aangezien belangrijke stadscentra volledig zijn verwoest. Het is in dit perspectief dat Marota City het belangrijkste project is dat wordt ondernomen.
Naast de reeds bestaande sancties, verhoogt het nieuwe EU-besluit het aantal gesanctioneerde personen tot 270 en het aantal bedrijven tot 72.
In oktober 2017 heeft de toenmalige nummer 2 in de hiërarchie van de VN, de Amerikaan Jeffrey Feltman, rechtstreeks aan alle leden van de VN-familie meegedeeld – zonder door de Veiligheidsraad te gaan, de volgende instructies:
- alle dringende hulp aan de Syrische bevolking te ontkennen;
- zich verzet tegen elke vorm van hulp aan Syrië; en
- verzetten zich tegen alle vormen van wederopbouw in dit land [ 1 ].