Voor een terminaal zieke man wordt oudejaarsdag een kritische datum. Als hij ná 31 december overlijdt, krijgen zijn nabestaanden jaarlijks 15.000 euro minder. Dat is een bitter gevolg van de nieuwe pensioenregels die staatssecretaris Klijnsma doorvoert.
De betrokken patiënt (een man van begin vijftig met vergevorderd stadium van kanker) is verbijsterd over de gang van zaken. Hij noemt de wetgeving „verwerpelijk''. De man, die zijn naam niet in de media wil, vreest dat hij niet snel genoeg zal overlijden: „Er is geen enkele overgangsbepaling waardoor het ook niet mogelijk is om maar iets te repareren voor mijn nabestaanden.''
De krankzinnige situatie dat de man uit financieel oogpunt vóór de oliebollen van oudjaar zou moeten overlijden, is ontstaan door het nieuwe pensioenstelsel. In dat stelsel is onder meer vastgelegd dat via de pensioenfondsen alleen een pensioen mag worden opgebouwd over een loon tot 100.000 euro bruto per jaar.
Het nabestaandenpensioen (voor de partner en kinderen die achterblijven) is gebaseerd op het ouderdomspensioen dat bereikt wordt als iemand blijft leven en doorwerkt. De partner krijgt 70 procent van het ouderdomspensioen. Maar nu opeens het ouderdomspensioen op een loon van 100.000 euro is gemaximeerd, valt het nabestaandenpensioen veel lager uit.
Lees verder via Telegraaf.nl.
Foto via FNV Bondgenoten