Een jaar geleden schreef ik een post over de dalende opbrengst van oliewinning in de Noordzee. Door de daling van de olieprijs is de waarde van de dagelijkse olieproduktie in de Noordzee gehalveerd.
In 2008 en 2009 produceerden de Noorse en Britse olievelden in de Noordzee gezamenlijk ongeveer 3,5 miljoen vaten ruwe olie per dag. In de periode van 2009 tot 2013 nam de produktie af tot ca. 2,5 miljoen vaten. In de laatste 2 jaar is de produktie niet verder meer gedaald.
Door de scherpe daling van de olieprijs is de marktwaarde van die produktie wel flink gedaald.
In juli 2008 lag de prijs van een vat Noordzee-olie boven de 130 dollar. De marktwaarde van de dagelijks geproduceerde hoeveelheid kwam boven de 450 miljoen dollar.
Zes maanden later stond de olieprijs op $41 per vat en bedroeg de dagelijkse marktwaarde voor de Noordzeeproduktie nog maar 147 miljoen dollar.
De afgelopen schommelde de marktwaarde van de Noordzeeproduktie rond de 250 miljoen dollar per dag.
In het laatste half jaar daalde de marktwaarde van de Noordzee-olie met 50% tot ongeveer 125 miljoen dollar per dag.
In de komende jaren zullen veel olieplatforms in de Noordzee gesloten worden omdat de kosten van het in bedrijf houden hoger zijn dan de opbrengst van de olie, die gewonnen wordt. Daarna zullen de platforms afgebroken moeten worden en die kosten moeten worden opgebracht door de oliemaatschappijen.
Oliemaatschappij Shell zag de bui in 2014 al hangen en heeft al wat produktieplatforms in de Noordzee verkocht aan kleine onafhankelijke oliemaatschappijen. En Shell kondigde aan om nog meer bezittingen in de verkoop te doen. Afgelopen week kwam het nieuws dat Shell 250 werknemers, die werken in het Britse deel van de Noordzee zal ontslaan.
De goede jaren zijn voorbij. De laatste miljarden vaten Noordzee-olie, die gewonnen zullen worden, leveren geen winst meer op maar verlies. Misschien kunnen we die olie beter in de zeebodem laten zitten.