Samen beheren de 75 senatoren en senatrixen iets van 400 bijbaantjes. VIERHONDERD! Dat is – even snel rekenen – al gauw zo’n 17 bijbaantjes per Eerste Kamerlid. En je hoeft vervolgens niet te gaan worteltrekken, formulerekenen of Pythagoras uit de stellingkast te trekken om het sommetje te maken: Eerste Kamerleden hebben te veel petten op. Het feit dat senator een parttime functie is, is geïnstitutionaliseerde belangenverstrengeling, roept hier iemand in de timeline. En zo is het maar net.
Opperhoofd der Zorgboeren bij Menzis, Roger van Boxtel (D66), die in zijn rol als Eerste Kamerlid (D66) moet stemmen over vrije artsenkeuze, dat is toch godvergeten banaal? Voor je het weet heb je ruzie tussen burger, politiek & de zakelijke belangen. OH WACHT. Minstens zo erg is senator Thom de Graaf (óók D66), die de complete Tweede Kamerfractie van D66 met terugwerkende kracht tégen de Wet Normering Topinkomens liet stemmen, opdat hij zelf kan blijven graaien als onderwijsbestuurder.
Of Loek Hermans (VVD), eveneens een zorggraaier, die de Eerst Kamer (en dus zichzelf) een boze brief schreef omdat artsen meer dreigden te gaan verdienen dan het zorgbestuur.
Lees verder via GeenStijl
Foto via Imaginary Museum Projects: News Tableaus