Geo-engineering van stratosferische aerosolen is een voorstel om de laag van reflecterende aerosolen in de stratosfeer kunstmatig te verdikken en men hoopt dat dit een middel kan zijn om de gemiddelde klimaatveranderingen te verminderen.
Uit eerder onderzoek is echter gebleken dat het de effecten van klimaatverandering niet perfect kan compenseren en er bestaat bezorgdheid dat het de klimaateffecten in sommige regio’s kan verergeren.
Een benadering om deze bezorgdheid te evalueren, is om te testen of de absolute omvang van de klimaatverandering op elke locatie aanzienlijk wordt verhoogd (verergerd) of verlaagd (gematigd) ten opzichte van de periode net voorafgaand aan de inzet.
In eerder werk werd vastgesteld dat halvering van de opwarming met een geïdealiseerde constante vermindering van zonne-energie de klimaatverandering in het algemeen aanzienlijk zou verminderen, wat de verandering op een klein deel van de plaatsen zou verergeren.
Hier, we testen of dit resultaat geldt voor een meer realistische weergave van stratosferische aerosolgeo-engineering met behulp van de gegevens van het geo-engineering large ensemble (GLENS).
Met behulp van een lineaire schaling van GLENS vinden we dat halverende opwarming met stratosferische aerosolen belangrijke klimaatrisico’s in bijna alle regio’s matigt. Slechts 1,3% van het landoppervlak ziet de verandering in de beschikbaarheid van water verergeren en regio’s die verergerd zijn, zien dat bevochtiging niet opdroogt, wat in tegenspraak is met de algemene veronderstelling dat zonne-geo-engineering leidt tot drogen in het algemeen.
Deze resultaten suggereren dat halvering van de opwarming met geo-engineering in de stratosferische aerosol de belangrijkste klimaatrisico’s aanzienlijk zou kunnen verminderen, terwijl enkele problemen in verband met een volledige compensatie van de opwarming zouden worden vermeden.
Lees verder bij de bron: IOPscience
