Ik heb het vaker gezegd: het klimaatbeleid van het kabinet-RutteDrie is gedoemd te stranden. Het kabinet lijdt aan overspannen pretenties, die het op ondemocratische wijze tegen hoge kosten wil doordrukken en dat ook nog zonder dat de kosteneffectiviteit voorop staat.
Het klimaatbeleid heeft alle trekken van een onbetaalbare, monomane, irrationele missie. Mark rutte houdt zijn kabinet dan ook in leven door het aftimmeren van het klimaatbeleid steeds maar weer uit te stellen. Dat lukt hem tot dusver nog, maar hoe lang?
De vraag is niet wanneer het klimaatbeleid van Rutte Drie strandt, maar wanneer. Daar horen we opmerkelijk weinig over. In de tweede kamer werd op 5 juni 2019 een debat gehouden over een geslaagde manoeuvre van premier Mark Rutte om in september 2018 een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving over Prinsjesdag heen te tillen, zodat hij er geen last van zou hebben tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer.
Wel zo interessant: Rutte was op het moment van dat debat al weer bezig zijn klimaatbeleid ergens over heen te tillen: over de zomer, deze keer. En misschien wel weer over Prinsjesdag.
‘Kajsa ollongren best wat miljarden kan gebruiken, want de financieringsmogelijkheden voor haar gasverbod zijn uitgeput'
Het laatste klimaatuitstel…