“Hoe kon het zo ver komen? Een opgevoerde, voormalig ’topambtenaar met tientallen jaren ervaring’ wijst onder meer op een gebrek aan handhaving. ’Men vindt handhaving rechts en daarom wordt het verwaarloosd.’
Wil je als crimineel volledig buiten het zicht van instanties blijven dan zijn ondergrondse transactiekantoren een logischer keuze. Dit ondergrondse bankieren wordt ’hawala’ genoemd, een Arabisch woord voor ‘vertrouwen’.
Terwijl iedere insider al jaren weet dat de hoofdstad een parallel-economie kent die voornamelijk vanuit de drugswereld wordt gevoed, keken de beleidsmakers vooral weg. De aanpak van misdaad is het laatste decennium vooral symptoombestrijding geworden.
Veelzeggend is de opmerking van een in het rapport geciteerde politieofficier. Handhaven van wetten en regels werd door het gemeentebestuur vooral ’rechts’ bevonden en had geen prioriteit.
De basis voor de ondermijnende criminaliteit is vooral de drugshandel. En die wordt vergemakkelijkt door het gedoogbeleid en de normalisering van het gebruik. ’Er wordt op zijn best aangetroffen, maar niet opgespoord’.
Er is, zo schrijven de onderzoekers cynisch, een ’Drug Pride’. Een bonte optocht van drugscriminelen. profiteurs, afpersers, dubieuze advocaten, makelaars en notarissen en jonge koeriers. De laatste met het plegen van liquidaties als ultiem carrièreperspectief.”