Zo knieperig als ministers van financiën zijn als het goed gaat, zo enthousiast geven ze geld uit in tijden van nood. In 2008/2009 strooide Wouter Bos met miljarden (vooral richting banken) en Wopke
Hoekstra overtreft hem door ook heel veel aan gewone mensen en kleine bedrijven te gunnen.
Bij de presentatie van de voorjaarsnota was even Hoekstra’s spaarzaamheid weer te zien. ‘Wie weet moeten we volgend jaar bezuinigen zei hij. Alle opties liggen open.’
Maar is er ook een echte grens aan de middelen van het kabinet? Op die vraag is geen objectief antwoord. De Nederlandse staat kan heel erg veel lenen tegen extreem lage rente.
En het startpunt was een staatsschuld die met 48,6% beneden alle normen lag.
Het FD oppert dat die ook zou kunnen liggen op het gemiddelde van alle EU-landen. Dan zou hij (voor de crisis) op 84% liggen. Dat geeft 300 miljard ruimte.
Dat is nog niet alles: