Ongewenste vreemdelingen konden vanaf 2014 tot en met 2018 meer dan tienduizend keer niet worden teruggestuurd naar hun land van herkomst, omdat het herkomstland om uiteenlopende redenen weigerde of niet reageerde, meldt De Telegraaf.
De krant baseert zich op cijfers die de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) verstrekte. Volgens die cijfers kreeg Nederland 2310 keer een negatief antwoord, als aan een land van herkomst werd gevraagd of het een onderdaan wilde erkennen en terugnemen.
Van 2014 tot en met 2018 kreeg Nederland 2310 keer een negatief antwoord, als aan een land van herkomst werd gevraagd of het een onderdaan wilde erkennen en terugnemen. 8020 keer moest de DT&V een verzoek intrekken, omdat er binnen een jaar geen antwoord werd gegeven.
Een woordvoerder van DT&V meldt aan de krant dat het uitsluitend gaat om vreemdelingen die zelf weigeren Nederland te verlaten, aangezien een vrijwillig vertrek in de praktijk altijd mogelijk is.
In 2014 ging het bij 2030 pogingen mis, vorig jaar 2410 keer. Dat betekent zelfs dat zo’n verzoek vorig jaar vaker leidde tot geen reactie of een afwijzing, dan tot toestemming om iemand wél terug te sturen naar zijn eigen land.