Dat het Nederlandse parlement daardoor niet langer het centrum van onze democratie is lijkt de buitenwereld nog nauwelijks op te vallen, maar de signalen zijn onmiskenbaar.
De regering lijkt zich steeds minder druk te maken om haar meerderheid in beide Kamers (die zij twee weken terug dan ook volledig verloor), en in veel zaken wordt het parlement buitenspel gezet – zonder dat men zich daar erg druk om maakt.
De meeste oppositiepartijen van wat het partijkartel heet behoren zelf ook tot het partijkartel, en zijn achter de schermen verzekerd van macht en invloed door de benoemingen vanuit hun kringen in de commissies die er voortaan het meest toe zullen doen.
In de Kamer mag men – zij die niet tot de Regentenpartij behoren – roepen wat men wil, maar uiteindelijk haalt de politiek zonder veel omwegen verder haar schouders op en negeert wat in de Kamer plaatsvindt.
Achterkamertjespolitiek heeft een geheel nieuwe ….