Volgens de Onderzoekscommissie die onderzoek deed naar Bart van U, de persoon die verdacht wordt van de moorden op oud-minister Borst en zijn zus, blijkt dat het afnemen van dna bij veroordeelden niet naar behoren verloopt. Het afstaan van DNA na een veroordeling is verplicht, maar bij twintig tot dertig procent van de veroordeelden die DNA zouden moeten afstaan, gebeurt dat niet. Zo werd ook bij Van U., die in 2012 wegens verboden wapenbezit werd veroordeeld, geen DNA afgenomen terwijl dat op grond van de huidige wet- en regelgeving wel had gemoeten. Uiteindelijk werd zijn DNA toch afgenomen nadat hij voor de moord op zijn zus was aangehouden.
De Commissie stelt dat de huidige wet- en regelgeving ingewikkeld is. Er wordt daarom geadviseerd om het DNA bij alle personen af te nemen die in verzekering worden gesteld. Het gaat dan om “DNA-waardige zaken” waarvan de aanmaak van een DNA-profiel en de opslag van dat profiel in de DNA-database van het NFI pas plaatsvinden na de veroordeling.
“Zo'n werkwijze kent alle waarborgen dat de afname niet voor andere doeleinden wordt gebruikt en past binnen de ruimte die het Europese Hof voor de rechten van de mens geeft. Hoe dan ook, dit betekent dat de huidige wetgeving moet worden aangepast”, aldus de Commissie. In het persbericht (pdf) wordt over “DNA-waardige zaken” gesproken. In het adviesrapport (pdf) wordt gesteld dat DNA-materiaal moet worden afgenomen van iedereen die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis kan worden gevorderd.
De politie laat in een verklaring weten dat het de aanbevelingen over het standaard afnemen van DNA onderschrijft. “De minister kondigt aan dat hij onderzoek laat instellen naar de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van een dergelijk systeem. De politie onderschrijft de noodzaak van dit onderzoek. Dergelijke regelgeving zal de opsporing verbeteren”, zo stelt de korpsleiding.
Minister Van der Steur van Veiligheid en justitie stelt in een reactie dat hij zelf het Openbaar Ministerie en de politie de opdracht heeft gegeven om op korte termijn DNA-materiaal te laten afnemen van veroordeelden die nog geen gehoor hebben gegeven aan de oproep daartoe. Daarnaast geeft het rapport volgens de minister pijnlijk duidelijk het falen aan van mensen en systemen. “Daarom gaan het Openbaar Ministerie en de politie per direct aan de slag met de aanbevelingen en de voorgenomen verbeteringen. Die inspanning zal het kabinet ten volle ondersteunen.”