Het is nog maar weer eens aangetoond dat premier Rutte heel goed is in weglachen, maar wat minder in met z’n vuist op tafel slaan.
Of om ongehoorzame ministers eens fatsoenlijk op hun kop te geven omdat zij het land schofferen door tijdens de algemene politieke beschouwingen een beetje voetbal te zitten kijken terwijl hun bankrekeningen vollopen met hun bijna-Balkenendenorm-salarissen.
Onze columnist Jan Roos had het niet scherper kunnen stellen toen hij een foto twitterde van bewindslieden die lekker een potje voetbal aan het kijken waren vanuit Vak K terwijl het Kamerdebat met premier Rutte over het kabinetsbeleid nog in volle gang was.
Hij zei: “Minister van veiligheid en justitie kijkt voetbal terwijl de rechtsstaat wankelt. Dit land.”
Als een stel ongeïnteresseerde zoutzakken hadden ministers Ferd Grapperhaus (CDA, Veiligheid en Justitie) en Cora van Nieuwenhuizen (VVD, Infrastructuur en Waterstaat) meer aandacht voor de belevenissen van een stel sporters op een grasveld dan voor het uitoefenen van hun vak.
Dit zou in vroeger tijden een enorm schandaal zijn geweest. Maar in 2019 is het wel lachen en ben je met openlijk je taak verzaken een soort held van het ….