De laatste maanden ga ik me steeds onveiliger voelen. Dat heeft een beetje te maken met de terreuraanslagen, die met de regelmaat van de klok plaatsvinden in Parijs, Brussel of een andere grote stad. Maar het gevoel van onveiligheid komt vooral voort uit de reactie van de overheid op die aanslagen.
In de afgelopen maanden hoor ik vaak in de media dat de politie heeft geschoten op een verdachte.
In januari werd er in Amsterdam geschoten op een auto. In februari schoot de politiein Schiedam een gewapende man neer. In maart werd er geschoten op een spookrijder in Assen, uit zelfverdediging op een aggressieve man in Eindhoven en op een verwarde man in De Kwakel. De laatste twee neergeschoten mannen zijn aan hun verwondingen overleden. Afgelopen week schoot de Amsterdamse politie op een auto, die hard wegreed.
Het lijkt alsof de politie steeds vaker en makkelijker het vuurwapen gebruikt.
Eerder dit jaar werd al bekend dat de politie vaker bewapend zal worden met pistoolmitrailleurs. Dat zijn wapens, die in korte tijd veel kogels afschieten. Als de politie ook vaker met die mitrailleurs gaat schieten, dan wordt de kans op dodelijke slachtoffers snel groter.
Afgelopen dinsdag was de politie door de aanslagen in Brussel een beetje in paniek geraakt. Er liepen nog meer gewapende agenten op straat dan normaal.
In Zwolle werd een verwarde man uit de trein gehaald omdat men vreesde voor een aanslag. Op het hoogtepunt van de gekte werd in Hoofddorp een trein stilgezet en de omliggende gebouwen werden ontruimd. De passagiers werden door gewapende agenten met hun handen op hun hoofd uit de trein gehaald. Er was gelukkig helemaal niets aan de hand.
Ik vind het een griezelige ontwikkeling dat er tegenwoordig agenten rondlopen, die net zo zwaar bewapend zijn als militairen en terroristen. Sommige mensen beweren dat het daardoor veiliger wordt, alsof politiekogels niet dodelijk zijn.
Ik voel me juist onveiliger door al die wapens.