Net als in Frankrijk gaan Belgische werknemers nu de straat op om te eisen dat de drastische bezuinigingen op het sociale stelsel worden teruggedraaid. De voormalige links-liberale premier, Charles Michel, had dit ingevoerd.
Daarna vertrok hij naar de eu en nam de topfunctie als voorzitter van de europese raad op zich. Overigens heeft België sinds december 2018 geen gekozen regering meer. De rechtse coalitiepartij vertrok destijds omdat zij weigerde het vn-migratiepact te ondertekenen.
Minimumpensioen, minimumloon, eerder gepensioneerd
1.500 euro minimumpensioen, 2.300 minimumloon voor ambtenaren en een verlaging van de pensioenleeftijd van 67 naar 65 jaar zijn slechts enkele van de huidige eisen van de Belgen. De bezuinigingen op de sociale zekerheid zijn te ver gegaan, zeggen ze.
“We willen … weer de sociale uitkeringen die Europa na de oorlog had”, zegt een demonstrant.
Een jaar geleden was het land met landelijke stakingen al lam gelegd.
“We zijn het beu dat werkgevers de hele koek die wij generen in hun zakken stoppen, ze moeten ons een deel ervan teruggeven”, eiste de vakbond destijds. Premier Michel was onbewogen: er was geen alternatief (voor de hervormingen die hij had doorgedrukt), stakingen waren geen oplossing. Deze 24-uursstaking heeft de economie reeds tientallen miljoenen euro's gekost.
Verlamming als gevolg van de alliantie tegen rechts
Na het aftreden van de rechtse coalitiepartner vanwege zijn “nee” tegen het vn-migratiepact zijn er afgelopen mei nieuwe verkiezingen gehouden. Het rechtse kamp werd de sterkste kracht, en ook de Socialistische Arbeiderspartij won aan kracht.
Door een brede alliantie tegen rechts was het niet mogelijk om een regering te vormen. In opdracht van ….