En zo viel de verantwoordelijkheidsvraag ook in de Nederlandse schoot. Op zich niet verrassend na ernstige en complexe rampen van het kaliber MH17. Was Nederland vooraf echt volslagen onwetend? Nee, ergens diep in het ambtelijke bolwerk was blijkbaar iemand op de hoogte dat het Oost-Oekraïense luchtruim legio gevaren kende. Of beter: iemand was officieel op de hoogte. Het onderscheid is belangrijk. Dát het luchtruim onheil herbergde, was algemeen bekend.
Maar sinds enkele dagen is het puzzelstukje van kleur verschoten. Van groen naar rood. Van een voor de betrokken Nederlandse autoriteiten redelijk ongevaarlijk detail naar een potentieel heet hangijzer. De klassieke vraag ‘wat als?’ heeft op dit punt een andere lading gekregen. Tot nu toe kon de overheid deze vraag betrekkelijk eenvoudig pareren: er waren gewoon geen gegevens voorhanden die het acuut staken van de vluchten boven Oost-Oekraïne noodzaakten. Maar toch. Blijkbaar had iemand in de ambtelijke keten dus wél de alarmbel kunnen luiden. Natuurlijk, dit is kennis achteraf. Maar hoe dan ook: een niet onbelangrijk stukje van de verantwoordelijkheidsvraag ligt nu ‘officieel’ bij Nederland.
Het kabinet reageert niet voor niets zo afhoudend. (Een detail: de antwoorden op Kamervragen kwamen kort voor middernacht.) Daar zijn ten minste twee redenen voor. Ten eerste heeft de regering zich consequent opgeworpen als toegewijde belangenbehartiger van de slachtoffers. Ze ging voor in de algemene verontwaardiging en bezwoer niet te rusten tot de daders waren gevonden.