Bijna een kwart van alle kosten die pensioenfondsen in 2017 maakten, waren bonussen voor vermogensbeheerders. Vorig jaar steeg het bedrag aan betaalde prestatiebonussen tot twee miljard euro, een toename van 32 procent.
ABP, het pensioenfonds voor de overheid en het onderwijs, en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) betaalden het meest: 75 procent van alle prestatievergoedingen was voor rekening van de twee grootste pensioenfondsen in Nederland.
“In mijn ogen is de stijging van de prestatiebonussen enorm”, zegt Jeroen Koopmans van pensioenadviseur LCP die de uitvoeringskosten van alle pensioenfondsen in Nederland in kaart bracht. Hiervoor spitte LCP door de jaarverslagen van 222 pensioenfondsen.
Uit het rapport van LCP blijkt dat een beperkte groep fondsen de totale kosten voor de hele sector omhoog duwde. Zestig procent van de pensioenfondsen wist zijn vermogensbeheerkosten juist te drukken, maar die reductie werd landelijk teniet gedaan door fors hogere kosten bij een minderheid van de pensioenfondsen.
“De hoge bedragen die zijn uitgegeven aan prestatievergoedingen spelen in de groei van de totale kosten een significante rol. Ook transactiekosten namen met ruim 30 procent toe”, zegt Koopmans.