Het is een dubbele brutaliteit: eerst legt de EU gigantische programma´s op –gefinancierd uit belastingen en kredietopnames – waarvoor uiteindelijk de nettobetalers moeten opkomen; natuurlijk vooral Duitsland.
En dan moet de latere “tegen-financiering” plaatsvinden door plaatsvervangende belastingen, die eveneens opgebracht moeten worden door de EU-burgers (dus opnieuw door Duitsland als economisch sterkste land van Europa). Onder de geplande concepten bevindt zich ook een “plasticbelasting”.
De logica achter het nu opgeroepen “wederopbouw”-programma is dezelfde als bij de “Green Deal” en de biljoenen kostende krankzinnige klimaatideeën van Ursula von der leyen: de EU probeert met zulke, haar budget ver te boven gaande, gigantische projecten via de achterdeur een fiscale unie af te dwingen: de begrotings- en belastingsoevereiniteit.
Want wanneer een groot deel van de nationale belastinginkomsten op een bepaald moment sowieso in Brussel terechtkomt en van daaruit met de schenkkan aan politiek opportune prestigeprojecten wordt weggegooid, dan kan de EU – zo stellen zich de EU-bureaucraten dat zich in ieder geval voor – de belastingen tegelijk maar beter zelf heffen.
De herfinanciering van nieuwe situationeel bepaalde noodzaken zoals het huidige opbouwfonds, die uiteindelijk alleen maar nog een enorme vermogensverdeling van de rijke landen naar het geruïneerde Zuid-Europa betekent, brengt dan krankzinnige ideologische ideeën zoals het belasten van plastic (respectievelijk plastic afval) in het spel – wat op zijn beurt de landen met de grootste consumptie en het grootst aantal inwoners het meest belast, dus: