De pensioenen moeten gekort worden van de regering. Daar wordt heel misleidend aan toegevoegd omdat het anders ten koste van de jeugd gaat. Met andere woorden de pensioenfondsen zijn aan het potverteren. Niets is minder waar. Door absurde regels worden de pensioenfondsen volstrekt onnodige arm gerekend.
De pensioenvermogens zijn in 11 jaar verdubbeld van 800 miljard naar 1600 miljard. In die 11 jaar zijn er niet meer pensioengerechtigden bijgekomen.
Kortom de positie van de pensioenfondsen is aanzienlijk verbeterd en niet verslechterd zoals gesuggereerd wordt.
Dit feit maakt dat het onbegrijpelijk is dat er afgewaardeerd moet worden. Kennelijk wil de regering het vertrouwen ondergraven in onze pensioenen. Onze pensioenen worden steevast als een van de beste van de wereld aangemerkt in vergelijkend onderzoek. (Kuch. Als je het maar vaak genoeg zegt wordt het geloofd))
De zogenaamde dekkingsgraad is wat De Nederlandse Bank in opdracht van de regering hanteert. Als de dekkingsgraad 100% is kan elke deelnemer betaald worden totdat de laatste het licht uit doet. De rendementen die op de beleggingen gemaakt worden tellen niet meevoor de dekkingsgraad. Gemiddeld 6%.
Er wordt wel gerekend met een rekenrente. Met de rekenrente wordt toekomstig toename van het vermogen berekend. Die rekenrente is in Nederland 1,2% de laagste van Europa bij kapitaal gedekte pensioenen. Het is een arm reken rente.
Gemiddeld is de rekenrente 2,1% in Europa. Tot 2007 gold in Nederland een rekenrente voor pensioenen van 4%. Een percentage dat de regering nog steeds hanteert als het gaat om het belasten van spaargeld. Als de rekenrente van 2,1% gehanteerd wordt in Nederland schieten de dekkingsgraden omhoog en hoeft er niet afgeboekt te worden en kan er sneller verhoogd worden.
De suggestie dat er minder deelnemers aan pensioenfondsen zijn klopt niet. Het aantal werkenden is 9 miljoen in Nederland. Dat is meer dan voor de crisis. Dat aantal kan hoger door, zoals de vakbonden willen, ZZP’ers en uitzendkrachten onder de pensioenfondsen te brengen die van toepassing zijn in de bedrijven waar ZZP’ers en uitzendkrachten worden ingehuurd.
De zogenaamde ZZP’ers kunnen wel deelnemen aan pensioenfondsen als zij eerder deelnemer waren als werknemer. Dat gebeurt echter niet veel. Reden is dat een groot deel van de ZZP’ers onderbetaald wordt. Daar profiteren werkgevers van. Net als bij uitzendkrachten die pas na een half jaar pensioen gaan opbouwen en pas na 1,5 jaar volledig. Ook hier profiteren de werkgevers van.
Het is verwijtbaar aan de regering weigert in te stemmen met het verplicht onder pensioenfondsen brengen van ZZP’ers en uitzendkrachten. De regering laat haar oren hangen naar de werkgeversorganisaties die de loonconcurrentie door middel van uitzendkrachten en ZZP’ers ten opzichte van werknemers wil handhaven.
Kennen Rutte en zijn misdadigersbende dan geen enkel schaamtegevoel?
De vakbonden hebben een AOW en pensioenakkoord gesloten. De AOW leeftijd blijft 2 jaar op 66 jaar en 4 maanden en stijgt daarna langzamer dan eerder.
De strijd gaat echter verder tijdens de uitwerking van het akkoord. Strijdpunten zijn de rekenrente, de compensatie van 60 miljard die nodig is omdat de regering de doorsnee premie en opbouw wil afschaffen (de regering zal moeten betalen want die wijzigt de regels tijdens het spel en verklaard de pensioenfondsen armlastig), het na 45 jaar werken AOW gerechtigd worden, eerder ophoudregelingen voor zware beroepen (een strijd die met de werkgevers gevoerd wordt).
Lees verder bij de bron: Gerrit Herders Blog
