Het imago van het OM moet onkreukbaar zijn, maar lange tijd leken voor ‘hoge' medewerkers fatsoensnormen niet te gelden. Werknemers voelden zich niet gehoord, er heerste wantrouwen, het ontbrak in de top aan daadkracht en leiderschap.
‘Integriteit en goed leiderschap zijn al belangrijk, maar ze krijgen een extra focus in opleidingen en bij de werving en selectie van leidinggevenden. In een functieprofiel staat al veel omschreven, zoals sensitiviteit, verbinding.
In 2015 fabuleerde deze officier een bedreiging op zijn leven en deed hij daarover een valse aangifte – dat is in strijd met de wet.
De officier werd niet ontslagen: twee jaar kreeg hij een lagere functie, nu werkt hij weer als aanklager. Veel OM'ers vinden die straf te licht; aanklagers horen een smetteloos blazoen te hebben.
Sommigen overwogen zelfs hun toga aan de wilgen te hangen.
‘We hebben die tijd, ruimte en ook capaciteit nodig. Dus we moeten met rust worden gelaten.
De samenleving verwacht – terecht – veel van ons.