Een archeologische vondst in een begraafplaats op de grens van china en Tadzjikistan bewijst dat Chinezen 2.500 jaar geleden al wiet rookten. Het is tot nu toe het ‘oudste' bewijs van cannabisgebruik in de wereld.
De vondst werd bekendgemaakt door Chinese, Duitse en Australische archeologen in een verhaal in Science Advances.
Zij ontdekten en bestudeerden wietresten die zij aantroffen in een soort ‘rookpotten' op de begraafplaats hoog in het Pamir-gebergte.
De cannabis bevatte meer tetrahydrocannabinol, het ingrediënt dat het gevoel van high zijn veroorzaakt, dan gebruikelijk.
De onderzoekers vermoeden daarom dat de cannabis werd gekweekt en ‘bewerkt' om het beoogde effect tijdens het roken te versterken.