Op rentegebied leven we in bijzondere omstandigheden. Spaarders kunnen erover meepraten. Hun tegoed bij de bank levert nagenoeg niks op, in reële termen –als je de inflatie meetelt– boeren zij zelfs achteruit.
En daarbij dienen we te bedenken: als we over het publieke huishoudboekje praten, hebben we het indirect ook over onze eigen portemonnee.
We torsen met z’n allen, als gevolg van tekorten in het verleden, een overheidsschuld mee van zo’n 400 miljard euro, grofweg 23.500 euro per persoon.
Eerder deze maand haalde de staat 1,5 miljard op door heropening van een lening uit 2013 die in 2023 wordt terugbetaald.
Daar hangt een couponrente aan van 1,75 procent. Voor nu is dat belachelijk hoog, maar dat percentage paste bij de situatie rond de uitgifte. Kopers moesten voor de nieuwe stukken wel 109 euro neertellen om in 2023 de nominale waarde van 100 euro retour te ontvangen.
Dat correspondeert voor hen met een negatief rendement van 0,28 procent. Omgekeerd: kassa voor de minister, hij krijgt geld toe.