Het is muisstil rond de toestroom van asielzoekers en andere migranten naar Europa. Maar achter de schermen wordt in Brussel, Berlijn en Parijs een nieuw ‘migratiepact’ op poten gezet.
In Brussel wordt straks bepaald welke asielzoeker naar welk land gaat. Nederland gaat nergens meer over.
Kranten en tv-programma’s hebben het er al tijden niet meer over, maar ondertussen wordt in de Europese hoofdsteden een nieuw migratiebeleid in elkaar gezet. En wie niet mee wil doen, wordt gestraft – met boetes en erger.
Het Binnenhof was daar steeds voorstander van. Maar is dat nog wel steeds zo?
Er is in Brussel een nieuwe Europese Commissie, met twee commissarissen die over migratie gaan: de Griek Margarítis Schinás (tevens één van de vicepresidenten) en de Zweedse Ylva Johannson. En meteen op hun eerste werkdag, maandag 2 december, hadden zij ’s ochtends om 9 uur een afspraak met de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, de Beier Horst Seehofer.
Seehofer had een papier op zak dat voor de Eurocraten de routekaart voor de komende jaren moet worden.
Het probleem verdelen
De kern van het verhaal van Seehofer luidt: verdelen – het verdelen van asielzoekers over Europa. Dat is niet nieuw, maar eerder mislukt. In de nazomer van 2015 riep de Duitse bondskanselier Angela Merkel ‘Wir schaffen das’, wat door honderdduizenden Syriërs, Afghanen en anderen werd beschouwd als een collectieve uitnodiging om naar Europa in het algemeen en Duitsland in het bijzonder te komen.
Er kwamen er zo veel – en vooral naar Duitsland – dat Merkel een ‘Europese’ oplossing zocht en vond: er zouden in totaal 160.000 asielzoekers uit vooral Griekenland en Italië over de hele Europese Unie worden verdeeld.
Het werden er uiteindelijk maar 35.000, want in de praktijk zaten maar weinig landen op deze herverdeelde asielzoekers te wachten. En Oost-Europese landen waren helemaal tegen: