Tien jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord, maar nog steeds denken veel mensen dat we de ware achtergrond niet kennen. Minister Plasterk laat nieuw onderzoek doen.
De AIVD had in het voorjaar van 2004 informatie dat de dader, Mohammed B., belangrijk is in het wereldje van militante moslims. In juni worden enkele leden van de Hofstadgroep opgepakt. Eén van hen noemt Mohammed B. gevaarlijk. Toch greep de dienst niet in. “Het kan goed zijn dat de AIVD aanwijzingen over ‘Van Gogh afmaken’ negeerde, omdat ze iets groters op het spoor was. Iets internationaals zelfs,” zei filmmaker Gijs van de Westelaken, vriend van Theo van Gogh. “Zo had Mohammed B. het telefoonnummer van een hoge functionaris van Al Qaida, met wie hij geregeld contact had.”
In 2004 ontdekte de AIVD ook dat Mohammed B. contact had met een Syriër die door de Amerikaanse CIA in de gaten werd gehouden. Op de dag dat Van Gogh wordt vermoord, verdwijnt de Syriër. In allerijl vertrekt hij uit Nederland. Na zijn vertrek werd nooit meer iets van hem vernomen.
Na de moord op Van Gogh vraagt justitie de AIVD om telefoontaps. De dienst geeft ze niet en er komen verschillende excuses. Justitie krijgt uiteindelijk alleen de banden van na de moord. De vrienden van Van Gogh en ook zijn vader, die zelf oud-medewerker van de geheime dienst is, weten het zeker: de AIVD moet door de afluisteroperatie hebben geweten dat de moord op Van Gogh werd voorbereid.
“Het huis [dat via via door de AIVD aan de Hofstadgroep werd verhuurd] hing helemaal vol met apparatuur,” zegt schrijver Tomas Ross. “Natuurlijk hebben ze daarover gesproken. Grote vraag: waarom heeft de AIVD Van Gogh niet gewaarschuwd?”
Lees verder via NineForNews.nl.
Foto via zapdelight