Sinds 2012 zijn ziekenhuizen financieel verantwoordelijk voor een groeiend aantal dure medicijnen. In plaats van dalende kosten door efficiëntere inkoop, blijven de kosten stijgen en wil niemand de rekening betalen.
Ziekenhuizen raken financieel in de knel door het verstrekken van dure medicijnen. Die kosten meer dan verzekeraars willen vergoeden en dat leidde de afgelopen jaren tot een toenemende strijd over wie nu de rekening moet betalen voor dure geneesmiddelen. Na berichten over het eventueel maar weigeren van patiënten en noodkreten van AMC-bestuurder Marcel Levi en Wout Adema van het Sint Antoniusziekenhuis over de last die deze medicijnkosten vormen voor het ziekenhuisbudget, laat minister Schippers nu twee onderzoeken uitvoeren naar wat er eigenlijk loos is.
Een werkgroep Dure Geneesmiddelen onder leiding van KWF Kankerbestrijding en de Nationale Zorgautoriteit (NZa) komen beide binnenkort met een rapport over de knelpunten bij het verstrekken van dure medicijnen via ziekenhuizen.
Aanleiding tot het getouwtrek rond de kosten van dure medicijnen blijkt een maatregel die enkele jaren geleden werd genomen om de groei van die kosten te stoppen.
Het ministerie van Volksgezondheid zag zich in de jaren voor 2011 geconfronteerd met een probleem: een groep dure geneesmiddelen waarvan de kosten almaar bleven stijgen. De oplossing, in 2012 doorgevoerd door minister Schippers: verstrek een aantal van die medicijnen niet langer via de apotheek, maar via het ziekenhuis.
Ziekenhuisapotheken zouden beter in staat zijn om inkoopvoordeel te halen dan de openbare apotheken door scherp in te kopen, aldus de uitleg van Schippers in deze kamerbrief. Ook zouden specialisten doelmatiger gaan voorschrijven, waardoor minder medicijngebruik nodig zou zijn. Dat alles zou tot een kostenbesparing moeten leiden. Ook zou een eenduidige aanspraak op deze geneesmiddelen moeten voorkomen dat de patiënt de dupe zou worden van onduidelijkheid over wie zijn medicijnen moest betalen.