Er is iets vreemds met Nederlanders: heel even (tijdens een WK voetbal, of na een vliegramp) lijken we één volk, maar daarna lost die nationale verbondenheid weer op.
Bij beleidsmakers lijkt het hele concept van nationale verbondenheid, van liefde voor het vaderland, sowieso uit de mode. De een verwacht alle heil van lokale gemeenschapzin, vernauwd tot de buurt of de stad, de ander benadrukt dat nationale grenzen er in deze wereld helemaal niet meer toe doen.
Nieuwe stromingen nodig
Googelt u maar eens op het woord ‘patriottisme’. Onmiddellijk schiet een rede omhoog die Geert Wilders op 3 september hield voor een Duits gehoor en waarover op de Vlaamse site DagelijkseStandaard eventjes gediscussieerd werd. De toespraak, die natuurlijk ging over het gevaar van ‘de’ islam en de EU eindigde aldus: “Europa heeft nieuwe patriottistische stromingen nodig.”
Maar volgt daaruit ook dat we bang moeten worden van vaderlandsliefde, ongeveer zoals je tijdens Rita Verdonks politieke carrière nooit meer durfde te zeggen dat je trots op Nederland was?
Zo ver moeten we het niet laten komen. En dat hoeft ook helemaal niet, want de geschiedenis van Nederland biedt meer dan genoeg aanknopingspunten voor een gevoel van nationale trots en saamhorigheid dat juist niemand buitensluit.
Dus jazeker, lieve landgenoten, we hebben patriottisme nodig.
Lees verder via TROUW.
Foto via ednl