In alle vier de zaken gaat het om verdachten die in april van dit jaar, in de regio Utrecht, een boete kregen van de politie óf van een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa).
Ze handelden alle vier in strijd met de Noodverordening Covid-19.
Door een aantal verdachten is aangevoerd dat zij de boete onterecht vinden omdat ze niet eerst zijn gewaarschuwd. Maar volgens de kantonrechter is dit niet relevant.
Een agent of boa kán een waarschuwing geven voor een coronaovertreding.
Dat kán, maar het is niet verplicht.
De rechtbank Midden-Nederland komt in alle vier de zaken tot een veroordeling. In de zaak van een 37-jarige verdachte wordt de boete van 390 euro gehalveerd. De kantonrechter vindt de hoogte van de boete in de zaak niet passend.
De boete voor iemand die bewust deelnam aan een coronafeest moet hoger zijn dan iemand die in dit geval tijdens het sporten kortdurend in de buurt stond van twee anderen. In twee andere zaken legt de kantonrechter de verdachten een boete op van 390 euro, waarvan ……