Gemeenten leggen aanbieders van gehandicaptenzorg bij de inkoop van Wmo-zorg kortingen van 25 procent tot 67 procent op. Dat constateert branchevereniging VGN. Daarmee komt van de beloofde zachte landing bij de hervorming van de langdurige zorg niets terecht, zo waarschuwt de VGN staatssecretaris Van Rijn in een brief.
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) opende een maand geleden een Meldpunt Hervorming Langdurige Zorg (HLZ). De afgelopen kwamen er 70 meldingen van 29 instellingen bij het meldpunt binnen.
De scherpe kortingen die gemeenten bedingen getuigen volgens de VGN van willekeur. “De onderbouwing van de kortingen die gemeenten hanteren is vaak erg ondoorzichtig en niet gerelateerd aan een reële kostprijs, zoals de Wmo 2015 voorschrijft”, aldus voorzitter Heleen Dupuis. “Er is geen inzicht in de doelgroepen en kwaliteitskaders.”
Ook krijgt de VGN klachten over het feit dat gemeenten onjuist omgaan met het overgangsrecht door geen onderscheid te maken tussen nieuwe en bestaande cliënten. Daarnaast zijn gemeenten zich onvoldoende bewust van de impact die transitie heeft op speciale doelgroepen, zoals mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH).
Hetzelfde geldt voor bijzondere vormen van zorg, zoals respijtzorg in de vorm van logeren. Gemeenten zijn zich volgens de VGN niet bewust van het feit dat dit meer inhoudt dan een bed. “In de huidige onderhandeling willen gemeenten bij logeerhuizen alleen het logeerbed inkopen en niet de zorg en begeleiding die nodig is tijdens het logeren.” Hier manifesteert zich ook een afschuif-effect, in die zin dat gemeenten voor de aanvullende zorgfuncties verwijzen naar de nieuwe aanspraak wijkverpleging in de zorgverzekeringswet (Zvw). De VGN wijst er op dat de benodigde zorgfuncties maar ten dele door de Zvw worden gedekt.
De VGN ontvangt ook signalen dat gemeenten met veel pgb-houders extra korten op de Wmo, met als argument dat gemeenten niet kunnen korten op persoonsgebonden budgetten.
via Skipr.
Foto via FaceMePLS