‘Hij staat onder toezicht', monkelde de ene advocaat tegen de andere. Die “hij” is de voorzitter van de meervoudige strafkamer in Assen. Kennelijk iemand die het vak van voorzitter niet echt onder de knie heeft en door een andere, op dat gebied meer ervaren, rechter onder curatele is gesteld.
Aan de leeftijd ligt het niet. De halfbakken voorzitter wordt getaxeerd op een jaar of zestig en heeft een ontspannen attitude. Dat laatste wijst toch op een zekere ervaring. Voorzitter zijn van een meervoudige kamer is een vak apart. Dat heb ik zelf zo ervaren en ik kon me er in die zin dus wel iets bij voorstellen. De voorzitter is de regisseur van de strafzitting. Een zitting die in ons strafrechtelijk systeem veel weg heeft van een toneelspel. Een Griekse tragedie als het ware. Met dit verschil dat de dialogen bijna allemaal zijn uitgeschreven en worden voorgelezen. Verklaringen bij de politie van verdachte en getuigen. Dat was het wel zo'n beetje. Afgewisseld met een enkele spontane vraag van de voorzitter. En dat wordt dan weer allemaal braaf genotuleerd door de griffier. Tenminste dat nemen we aan. Want we vertrouwen elkaar blindelings, nietwaar?
Hoofdofficier
Toen ik van de advocaat met wie ik sprak, hoorde over de “voorzitter” werd ik toch wel een beetje nieuwsgierig. ‘Wie was die voorzitter?', vroeg ik hem. Hij had het vonnis bij de hand en zei mr. M.A.A. van Capelle. Mijn mond viel open van verbazing. ‘Klopte het wat ik dacht?'. Ik schetste een compositietekening en gaf enkele persoonlijke karakteristieken door. ‘Ja', zei de advocaat. Dan was het dus de hoofdofficier van justitie in Assen die een zaak van de meervoudige kamer voorzat. Dezelfde man die verantwoordelijk is voor de opsporing van de verdachte en als lid van het parket belast is met de strafvervolging, trekt een andere toga aan en velt het vonnis. Voor een buitenstaander onbegrijpelijk en dat zou het voor een jurist ook moeten zijn. Vraag me af of het er in bananenrepublieken net zo aan toe gaat.
Lees verder via Crimesite
Foto via shurav