Een goede onderhandelaar laat zich niet snel in de kaart kijken.
Maar dat is wél wat het kabinet heeft gedaan bij het verlenen van staatssteun aan klm, zo concludeert de Algemene Rekenkamer in een rapport dat deze donderdag is verschenen.
Volgens de Rekenkamer had het kabinet een betere onderhandelingspositie kunnen hebben als het niet zo snel in het openbaar een concreet bedrag had verbonden aan de bereidheid de luchtvaartmaatschappij te steunen.
Midden april liet minister Wopke Hoekstra (Financiën, cda) weten KLM met 2 tot 4 miljard euro te zullen ondersteunen.
Daardoor, stelt de Rekenkamer, kwam de verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van KLM ook al vroeg bij de overheid te liggen, in plaats van bij betrokken banken of de luchtvaartmaatschappij zelf.
De staat steunt KLM nu met 3,4 miljard euro en draagt 93 procent van het risico van de steunoperatie; de banken nemen de rest op zich. Dat had met een betere onderhandelingspositie anders kunnen uitpakken.
Ook liep de overheid bij het overleg met KLM risico op belangenverstrengeling. Ze liet zich adviseren door ABN Amro, wat ook één van de banken was waarmee de staat moest onderhandelen voor ….