De kans dat pensioenen volgend jaar moeten worden gekort is afgelopen kwartaal gegroeid. Door de lage rente is de financiële positie van de grote Nederlandse pensioenfondsen verder weggezakt.
De fondsen kwamen donderdag met een sombere boodschap voor hun deelnemers. „Kortingsmaatregelen in 2017 komen met de dag dichterbij”, zei directeur Guus Wouters van metaalfonds PMT. „We verkeren in de gevarenzone”, benadrukte ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool. „Er blijft een aanzienlijke kans dat we de pensioenen in 2017 voor het eerst in ons bestaan moeten verlagen”, aldus directeur Peter Borgdorff van zorgfonds PFZW.
Eind dit jaar wordt besloten welke maatregelen fondsen precies moeten nemen om hun situatie te verbeteren. Daarvoor wordt gekeken naar hoe ze er dit jaar gemiddeld voorstonden. Probleem is dat de fondsen door de huidige lage rente veel meer geld in kas moeten houden om in de toekomst alle pensioenen uit te kunnen keren. Hierdoor zakt hun zogeheten dekkingsgraad steeds verder weg, ondanks dat ze nog wel geld verdienen met beleggingen.
Lees verder bij de Bron: RD.nl
EN DAN HET CBS:
Nationaal vermogen gestegen door grotere pensioenpot
Meer vermogen nodig door lage rente
Nederlandse huishoudens hebben sinds 2008 hun aanspraken op verzekeraars en pensioenfondsen sterk zien groeien. Eind september 2015 bedroeg dit bijna 1,5 biljoeneuro, tegen 858 miljard euro eind 2008. Het gaat voor het merendeel om pensioenaanspraken. Die aanspraken staan hier voor het totale vermogen waarover verzekeraars en pensioenfondsen moeten beschikken om aan hun pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.
De stijging in aanspraken komt vooral doordat de rekenrente gedaald is. Die rente vormt een maat voor het toekomstig rendement van pensioenfondsen en daarmee voor het benodigde vermogen dat de fondsen moeten aanhouden om toekomstbestendig te blijven. Hoe lager de rekenrente, hoe hoger het vereiste vermogen. Hoe hoger het vermogen, hoe hoger de huidige waarde van de pensioenaanspraken van huishoudens. Fondsen hebben de afgelopen jaren ook meer vermogen moeten aanhouden vanwege aanpassingen in de levensverwachting, maar de invloed daarvan is veel kleiner dan van de rentedaling.
Pensioenfondsen moeten sinds de crisis dus veel grotere vermogens aanhouden om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Het vermogen van pensioenfondsen en verzekeraars, die ook een deel van het pensioenvermogen beheren, steeg dus tussen eind 2008 en september 2015 met ruim 615 miljard euro naar 1,7 biljoeneuro.
Toename vermogen
Er zijn een aantal factoren waardoor de vermogens van de fondsen sinds 2008 zijn gegroeid. Ten eerste daalde de kapitaalmarktrente na 2008 vrijwel onafgebroken. De obligaties die pensioenfondsen in handen hadden, werden meer waard. Dat kwam doordat de couponrente op oude obligaties hoger was dan de marktrente. Daarnaast stegen aandelenkoersen en werden buitenlandse beleggingen meer waard doordat de meeste buitenlandse valuta's, zoals de Amerikaanse dollar, de Zwitserse frank en het Britse pond, in waarde stegen ten opzichte van de euro. Tot slot verhoogden fondsen hun premies en stegen pensioenuitkeringen niet mee met de inflatie of werd er zelfs op gekort.
Verzekeraars en pensioenfondsen beleggen lang niet alles zelf, maar brachten de voorbije jaren een deel van hun kapitaal onder bij beleggingsinstellingen, waardoor hun aanspraken op die instellingen stegen. De aanspraken van beleggingsinstellingen op het buitenland namen weer fors toe doordat ze het door de pensioenfondsen ingebrachte geld voor een groot deel buiten Nederland gingen investeren. Overigens zijn de directe beleggingen van pensioenfondsen in het buitenland ook toegenomen.
Omdat pensioenfondsen (en beleggingsinstellingen) nauwelijks financiële verplichtingen (schulden) in het buitenland hebben, heeft de groei van het pensioenvermogen een groot effect gehad op de toename van het externe vermogen.
Europese Unie
Een negatief extern vermogen geeft aan dat een land financieel kwetsbaar is. Het land heeft dan immers veel schulden in het buitenland, wat vaak gepaard gaat met langdurige rentebetalingen en aflossingen. Daarom heeft de Europese Commissie dit vermogen opgenomen in een scorebord dat macro-economische onevenwichtigheden bij landen moet meten. Het rapport daarover komt binnenkort uit.
Nederland heeft, gemeten naar de grootte van de economie, het hoogste netto extern vermogen van Europa. De omvang en opzet van het Nederlandse pensioenstelsel, dat tamelijk uniek is in Europa, is hier voor een belangrijk deel de oorzaak van. Overigens moet een hoog netto extern vermogen niet worden verward met de rijkdom van een land. Het gaat hier slechts om de financiële positie ten opzichte van het buitenland: binnenlands opgebouwd vermogen wordt niet meegeteld.