Het zou de eerste maatregel zijn die weer om zeep zou worden geholpen, maar is inmiddels drie keer verlengd en gaat dus ruim twee maanden duren in plaats van twee weken: de avondklok.
Maar, zegt (of hoopt) minister Grapperhaus, ‘er is steeds meer draagvlak voor’. En daar klopt dus niks van.
De terrassen in de horeca zijn zo ongeveer elke dag gesprek van de dag. En als die het niet zijn, zijn het de winkeltijden wel. Maar de avondklok, wie lobbyt ertegen die tot voor kort zéér omstreden maatregel? Niemand dus, afgezien van de juridische stunt die Viruswaarheid 16 februari uithaalde door de avondklok even van tafel te vegen. Even, want via het gerechtshof en een spoedwet wisten Rutte en co. er diezelfde dag nog voor te zorgen dat we ‘s avonds weer binnen moesten blijven.
Het moet dat gebrek aan een lobbyclub zijn, dat Grapperhaus het aandurfde te roepen dat de avondklok op draagvlak kan rekenen. Want de feiten spreken hem tegen.
Het RIVM constateerde in eigen onderzoek al dat de steun voor de avondklok tien procent daalde in een paar weken tijd: twee derde van de Nederlanders steunde de omstreden maatregel enkele weken geleden nog.
Maar toen moesten de eerste lentedagen nog komen.
Uit onderzoek van EenVandaag blijkt dat het nu gekelderd is tot onder de 50 procent.
Overigens bleek uit onderzoek vóór de invoering van de avondklok al, dat een derde van de Nederlanders zei ‘zich niks van een avondklok aan te gaan trekken’.