In een boodschap voor de 48e ‘Wereldvrededag‘ vroeg de Paus om aandacht voor de strijd tegen slavernij.
Daar sluit ik mij graag van harte bij aan! Maar laten we eerst even de definitie van het begrip ‘slavernij‘ erbij halen, anders verspeel ik vermoedelijk mijn kruit. Ik wil het niet hebben over de ‘seksslavin‘ van Prins Andrew. Hoe weerzinwekkend dat verhaal ook is.
‘Slavernij is een toestand waarin een mens eigendom is van een ander, of als zodanig wordt behandeld‘.
De stap die het kabinet zet in de richting van invoering van de slavernij in Nederland, door een contraprestatie te vragen voor de verstrekking van een ‘overlevingspakket‘ in de vorm van ‘Bijstand‘, is mij een gruwel. En ook andere maatregelen die PvdA-minister Klijnsmaeerder al aan de tweede kamer voorlegde, waaronder kortingen op de uitkering als iemand zich, naar het oordeel van de ‘klantmanager‘ niet naar behoren kleedt, riekt behoorlijk onfris.
Ja, ik realiseer mij dat ik mijn populariteit in een land als nederland anno 2015 hiermee geen dienst bewijs. Maar leest u vooral verder.
De ‘tegenprestaties‘ die de minister op het oog heeft zijn niet scherp gedefinieerd. Het zijn taken waar we in Nederland niet zo lang geleden een fatsoenlijk salaris voor betaalden. Maar die door bezuinigingen op de overheidsuitgaven zijn ‘gesaneerd‘. Waardoor bestuurders goede sier konden maken met hun belofte te snijden in het aantal ambtenaren dat ons land telt. Zonder dat bestuurders en ‘managers‘ zelf op straat kwamen te staan.
Sterker nog: De overheid creëerde de ene na de andere nieuwe ‘schil‘ waarin uiteenlopende ‘dienstverleners‘, elk met hun eigen bestuursorganisatie en management-types, op kosten van de overheid ‘diensten‘ konden ‘verkopen‘. Bij gelijktijdige ontmanteling van de rechten die werknemers bij bedrijven traditioneel beschermden, en die in de naoorlogse jaren zorg hadden gedragen voor een fatsoenlijke beloning.
Het lijkt niet onredelijk om mensen die in leven worden gehouden door de gemeenschap te vragen iets terug te doen. Maar 1 op de 7 werknemers in Nederland is formeel in dienst van de overheid, en ontvangt dus een ‘uitkering‘ van de gemeenschap. Van de overige 6 van de 7 werkt naar schatting zeker de helft in een baan die zonder subsidie niet zou bestaan. Waarbij u zich moet realiseren dat velen die werken voor een bedrijf dat zelf geen subsidie ontvangt, diensten of producten levert aan de overheid zelf, of bedrijven die zonder subsidie direct failliet zouden gaan. Met inbegrip van de instellingen die de ‘adviseurs‘ leveren die Klijnsma en consorten influisteren hoe ze de ‘Kool‘ (de verkiezingsbelofte) en de ‘Geit‘ (de baan van de bestuurders, ‘managers' en adviseur) kunnen sparen.
Zijn er dan geen misstanden? Ontken ik soms dat er ook mensen zijn die het aan zichzelf te wijten hebben dat ze een beroep moeten doen op een uitkering? Moeten we die luie donders dan niet achter de vodden zitten?
Ja, er zijn misstanden. Ja, er zijn mensen die, als je alles op een rijtje zet, zelf minimaalmede schuldig zijn aan hun weinig benijdenswaardige toestand. En nee, ‘luie donders‘ achter de vodden zitten kost onwaarschijnlijk veel meer dan het oplevert. En de politiestaat die ervoor nodig is,