Gezichtsherkenning is vandaag al niet meer weg te denken. Het zit in onze smartphones en wordt onder meer gebruikt bij paspoortcontroles op luchthavens.
Het gebruik op afstand in publieke ruimtes, in combinatie met artificiële intelligentie, wordt evenwel steeds controversiëler.
Onder de GDPR wordt informatie over de gelaatstrekken van een individu als biometrische data gezien, en dat is volgens de wetgeving “gevoelige persoonlijke data”.
Het gebruik van dit soort gegevens is streng gereguleerd en vereist de expliciete toestemming van het individu, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden. Zo overtreft de publieke veiligheid het recht van het individu, volgens de GDPR.
Vestager laat weten dat de Europese Commissie automatische gezichtsherkenning eerst verder wil onderzoeken, voordat nieuwe wetgeving wordt geïntroduceerd om gebruik van de technologie te reguleren.
In tussentijd kunnen lidstaten hun eigen beleid blijven bepalen.
“Zoals het er nu uitziet, zou GDPR zeggen: ‘gebruik het niet’, omdat je geen toestemming kunt krijgen”, vertelde de commissaris deze week aan journalisten, zo meldt Euractiv.