Met een wetswijziging wil minister Slob van Onderwijs scholen dwingen werk te maken van de burgerschapslessen. Schoolleiders staan op hun achterste benen. Zij voelen zich in hun vrijheid beknot.
Het Nederlandse onderwijs dreigt een vorm van ‘dressuur’ te worden, een systeem dat erop is gericht louter brave burgers af te leveren. Dat vreest althans Berend Kamphuis, voorzitter van de vereniging van katholiek en christelijk onderwijs Verus.
Aanleiding is het wetsvoorstel ‘Verduidelijking burgerschap in het funderend onderwijs’ dat minister Arie Slob (Onderwijs, ChristenUnie) naar de Tweede Kamer stuurde. Dat moet meer duidelijkheid scheppen over wat leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs over burgerschap moeten leren.
Het streven is dat de wet op 1 augustus in gaat.
Daarmee is de discussie over burgerschap in het Nederlandse onderwijs opnieuw opgelaaid. Sinds de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh begin deze eeuw klinkt vanuit de politiek en de maatschappij de roep om kinderen op school gestructureerd waarden en normen over de Nederlandse samenleving bij te brengen.
Een geluid dat op gespannen voet staat met de vrijheid van onderwijs.
Toen de burgerschapslessen in 2006 wettelijk verplicht werd gesteld, werd de ….