Griekenland heeft voor een boel onrust op de financiële markten gezorgd. Voor de derde keer op rij slaagden ze er niet in een nieuwe president te kiezen. De enige kandidaat, voormalig eurocommissaris Savros Dimas (73), kwam twaalf stemmen tekort. Hierdoor zijn op 25 januari nieuwe verkiezingen nodig.
Die worden zoals het er nu naar uitziet gewonnen door de radicaal-linkse partij Syriza van Alexis Tsipras, die in de peilingen een voorsprong heeft van 3 tot 4 procent op de centrumrechtse partij van premier Samaras, Nea Demokratia.
Tsipras staat op 28 procent, maar volgens waarnemers heeft hij wel veel meer dan 30 procent van de stemmen nodig om alleen te kunnen regeren.
Schrikbeeld
Toch was het schrikbeeld dat Griekenland op ramkoers komt te liggen met de trojka van internationale geldschieters van EU, ECB en IMF, die het land tot op heden met €240 miljard op de been heeft gehouden, genoeg om de angst voor nieuwe onzekerheid terug te brengen. Anders dan in 2011 en 2012 staat de rest van de eurozone er nu beter voor, een Griekse exit (Grexit) uit de eurozone zal de eurozone niet meer laten ontploffen.
Toch waarschuwde de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble dat zijn land niet erg veel meer tolereert en dat Duitsland als grootste financier de stekker uit Griekenland kan trekken als het land niet vasthoudt aan de saneringskoers.
IMF wacht af
Het IMF liet weten af te wachten tot er een nieuwe regering is en dan te bezien of er nog geld wordt overgemaakt. Op dit moment zou Griekenland niet in acute financieringsnood zijn.
De euro kwam onder druk. Aan het begin van de avond was de euro 1,2147 dollar waard, tegen 1,2172 dollar aan het begin van de dag. De euro zakte eerder deze maand voor het eerst in ruim twee jaar onder de grens van 1,22 dollar.