Aangezien het Duitse constitutionele hof oordeelde dat de Europese centrale bank haar bevoegdheden had kunnen overschrijden met een enorme kwantitatieve versoepelingsinspanning (QE), merkte de EU snel op dat de Europese wet die van de lidstaten overtroeft.
In de uitspraak van dinsdag zei het Duitse Constitutionele Hof dat de Duitse regering het QE-programma, dat in 2015 van start ging en vorig jaar opnieuw werd geactiveerd, niet heeft aangevochten. De rechters in Karlsruhe oordeelden ook dat de stimuleringsregeling, bekend als het programma voor de aankoop van de overheidssector (PSPP), het “evenredigheidsbeginsel” niet eerbiedigde , wat aangeeft dat de centrale bank van de eurozone te ver ging met haar mandaat.
“De ecb slaagt er niet in de noodzakelijke afweging te maken tussen de monetaire-beleidsdoelstelling en de economische beleidseffecten die uit het programma voortvloeien” , luidt de uitspraak.
“Door onvoorwaardelijk de monetairbeleidsdoelstelling van de PSPP na te streven … en daarbij de economische beleidseffecten te negeren, negeert de ECB het evenredigheidsbeginsel duidelijk.”
Woordvoerder van de Europese Commissie Eric Mamer reageerde snel op het besluit en zei dat ondanks de beoordeling van de Duitse rechtbank het blok “het primaat van de EU-wetgeving” bevestigt .
De uitspraak betwist ook de beslissing van de hoogste EU-rechtbank, waarbij de rechters zeiden dat de toetsing van deze laatste “niet begrijpelijk” was. In 2018 oordeelde het Hof van justitie van de Europese Unie (HvJ) dat het plan van de ECB geldig was en binnen het mandaat van de instantie lag.