Corona-onderzoeker Maurice de Hond is iets aparts tegengekomen bij het napluizen van de PowerPoint-presentatie van RIVM-chef Jaap van Dissel. Die rapt ergens in zijn cijferbonanza over een cluster met maar liefst 342 coronabesmettingen.
De Hond vindt dat een bijzonder hoog getal, en vraagt zich af waarom daar niets over in de media is terechtgekomen.
Gisterochtend genoot de Tweede Kamer weer een ‘technische briefing’ van de gezondheidsautoriteiten over de staat van het coronavirus in Nederland. RIVM-baas Jaap van Dissel toonde daarbij een presentatie met daarop een indrukwekkend aantal grafieken en tabellen die aangaven hoe het virus door Nederland raast, en in welke regio’s er het meeste last van is.
Op pagina 18 van de diavoorstelling (ook te zien op de website van de Tweede Kamer) wordt ook een overzicht gegeven van het aantal clusters dat sinds 1 juni heeft bestaan. Een cluster is een groep mensen die in een bepaalde setting elkaar heeft aangestoken met het coronavirus.
Verreweg de meeste clusters zijn op het werk geweest: maar liefst 432, met een gemiddelde grootte van 5,5 personen. De grootste clusters doen zich voor op studentenverenigingen, waar gemiddeld 13,1 personen COVID-19 oplopen.
De studentenactiviteiten worden echter op de voet gevolgd door de horeca, waar 131 clusters met een gemiddelde grootte van 10,0 mensen zijn geweest de afgelopen vier maanden.
Echter maakt de statistiek ook melding van één cluster met een bijzonder grootte omvang: 342.
En bij dat laatste was de interesse van corona-onderzoeker Maurice de Hond gewekt: