De waakhond die erop toeziet of inlichtingen- en veiligheidsdiensten terecht overgaan tot het tappen of hacken van personen, veegt toestemming van ministers daartoe geregeld van tafel.
‘Een op de twintig verzoeken is onrechtmatig, dat vinden wij te veel’, zegt voorzitter Mariëtte Moussault, de juriste die voorzitter is van de TIB. Deze toezichthouder is ingesteld als onderdeel van de omstreden Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten die op 1 mei in werking is getreden.
De TIB heeft donderdag na een half jaar ervaring met de omstreden wet – ook wel ‘sleepwet’ genoemd – de eerste bevindingen naar buiten gebracht. Er gaat bij de toepassing van de wet nog van alles mis, concludeert de commissie.
Getallen over het aantal keren dat de diensten het afgelopen half jaar door de TIB zijn teruggefloten – ondanks eerdere toestemming van de verantwoordelijke ministers Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) en Ank Bijleveld (Defensie) – worden niet bekendgemaakt. De ministeries beoordeelden de getallen als staatsgeheim.
Bij het in maart gehouden referendum stemde 49,5 procent van de kiezers tegen de wet en 46,5 procent voor. Het kabinet besloot vervolgens toch tot invoering.