Het in het jaar 2009 besloten pensioenfonds van het Europees Parlement zal uiterlijk in het jaar 2026 failliet gaan. Dan moeten de EU-belastingbetalers ervoor garant staan.
Zoals de secretaris-generaal van het Europees Parlement, Klaus Welle, in een interne commentaar voor de begrotingscontrolecommissie meedeelde, heeft het voormalige pensioenfonds van de EU-parlementariërs een financieel gat van minstens € 326 miljoen. Dat betekent: ook onder de beste omstandigheden – dus met een jaarlijkse opbrengst van een uiterst onwaarschijnlijke 5% – is er vanaf 2026 geen geld meer. Bij een opbrengst van 2% per jaar reiken de middelen zelfs nog maar tot het jaar 2024.
Volgens de “Bild-Zeitung”, die hierover bericht, bezat het in het jaar 2009 ingestelde fonds eind 2016 weliswaar een vermogen van € 146,4 miljoen, de aanspraken van de voormalige EU-parlementariërs op hun pensioen bedroegen echter € 472,6 miljoen. De lopende jaarlijkse uitbetalingen bedragen € 20,3 miljoen.
In totaal, aldus het bericht, hebben meer dan 700 (ex-) parlementariërs aanspraak op betalingen uit het pensioenfonds en tot eind 2022 zullen minstens 145 van hen met pensioen gaan. Maar als er geen geld meer is, zullen de EU-belastingbetalers hiervoor moeten opkomen.
Omdat de Europarlementariërs oorspronkelijk geen pensioen kregen, werd het pensioenfonds in het jaar 1990 opgericht. Toen daarna in het jaar 2009 de EU-afgevaardigden-status werd ingevoerd, volgens welk de parlementariërs uniforme salarissen en een bijdragevrij pensioen uit de begroting van het Europees Parlement (die ook door de EU-belastingbetalers betaald moet worden) kregen, werd het pensioenfonds gesloten.
www.contra-magazin.com