Nederland is een van de zes eurolanden die hun huishoudboekje op orde hebben, blijkt woensdag uit de jaarlijkse beoordeling van de europese commissie van de ontwerpbegrotingen voor 2018 die de negentien eurolanden in oktober moesten inleveren.
De andere toppers zijn duitsland, Luxemburg, finland, Letland en Litouwen.
Toch heeft de commissie ook zorgen over Nederland. Ze vermoedt “onevenwichtigheden” in de economie, zoals op de huizenmarkt, en gaat daar een analyse naar uitvoeren.
In mei komt de commissie met aanbevelingen. Dit jaar al kreeg Nederland de raad verder te snijden in de hypotheekrenteaftrek, vaste banen aantrekkelijker te maken en het pensioenstelsel aan te pakken.
De commissie constateert een ”robuuste economische activiteit” in de hele europese unie, met het hoogste groeitempo sinds tien jaar, een recordaantal mensen aan het werk en werkloosheidspercentages die blijven dalen.
“Het gemiddelde begrotingstekort zal volgend jaar dalen tot 1 procent van het binnenlands bruto product. Dat was in 2010 nog 6 procent”, zei EU-commissaris Pierre Moscovici (Economische en Financiële Zaken) bij de presentatie van het jaarlijkse herfstpakket.