De tweede kamer heeft op 22 december 2016 ingestemd met het wetsvoorstel van Tweede Kamerlid Tellegen (vvd) waarmee burgemeesters bewoners een gedragsaanwijzing of huisverbod kunnen geven. Tellegen stelt dat hiermee woonoverlast tegen kan worden gegaan.
Met dit wetsvoorstel (toelichting) kan de burgemeester straks specifieke verboden aan een inwoner opleggen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een verbod harde muziek te draaien of een verbod om bezoek te ontvangen.
Ook kan een bewoner maximaal vier weken tijdelijk uit zijn huis worden gezet. De burgemeester kan daarbij een dwangsom opleggen of maatregelen laten uitvoeren om de overlast tegen te gaan. Dit gaat dan wel op kosten van de overlastgever (bestuursdwang).
Een gedragsaanwijzing is een officieel besluit van de gemeente, zodat de burger daartegen in beroep kan gaan en/of het kan aanvechten bij de rechter.
Proportionaliteit
De Raad van State concludeert dat het wetsvoorstel niet aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voldoet. “Dit komt omdat het initiatiefwetsvoorstel geen nadere invulling geeft aan de gevallen waarin de last onder bestuursdwang kan worden opgelegd, noch aan de aard en duur hiervan. Hiermee is het niet mogelijk om de proportionaliteit van de mogelijke inbreuk te toetsen.”
De sp-fractie vraagt daarom wie controleert of een opgelegde gedragsaanwijzing wel proportioneel is. Initiatiefneemster Tellegen vindt dat mensen naar de rechter kunnen stappen als ze het niet met de gedragsaanwijzing van de burgemeester eens zijn. Ook op de vraag van d66 wat precies onder overlast moet worden verstaan, stelt Tellegen dat de burgemeester dat bepaalt en men dat eventueel bij de rechter kan aanvechten.
Burgemeesters niet enthousiast
In een eerste reactie op het wetsvoorstel blijkt het genootschap van burgemeesters niet erg enthousiast. De burgemeesters zijn bang dat burgers “te gemakkelijk” naar de gemeente zullen stappen om burenruzies op te lossen. “Het is echter wel de vraag of de burgemeester dan niet betrokken zal raken in allerlei burentwisten.” Het genootschap vindt dat het uitgangspunt moet zijn dat “iedereen in de eerste plaats zelf de buren moeten aanspreken op hun gedrag”.
De Raad van State heeft ook op dit punt bedenkingen. Zo schrijft de Raad dat het in principe gaat om “conflicten tussen burgers onderling”. Het is geen overheidstaak om daar tussen te gaan zitten.
Vanwege bovenstaande kritiek heeft de initiatiefneemster in het wetsvoorstel de voorwaarde toegevoegd dat een aanwijzing pas gegeven kan worden als de overlast niet op een andere wijze kan worden aangepakt.
Oneigenlijk gebruik
De burgemeester mag volgens de toelichting een gedragsaanwijzing niet om een andere reden geven dan het tegengaan van overlast. Als voorbeeld wordt genoemd dat een burgemeester een aanwijzing zou kunnen geven om de zondagsrust af te dwingen. Het is volgens de initiatiefneemster aan de gemeenteraad of de rechter om in te grijpen als dergelijk oneigenlijk gebruik van de bevoegdheid plaatsvindt.
De burgemeester mag straks alleen gedragsaanwijzingen geven als de gemeenteraad het in een plaatselijke verordening opneemt. Het kan dus voorkomen dat in bepaalde gemeenten deze bevoegdheid niet wordt ingevoerd.
Huidige middelen
Op dit moment kan een burgemeester een inwoner alleen een waarschuwing geven of iemand uit zijn huis zetten als die overlast veroorzaakt. Volgens de initiatiefneemster is het eerste middel te licht en het tweede juist weer te zwaar om woonoverlast effectief aan te pakken. Met dit wetsvoorstel komen er bevoegdheden tussen die twee zodat eerder ingegrepen kan worden.
Een bewoner kan al tijdelijk uit zijn huis worden gezet bij (dreiging van) huiselijk geweld.