Aanstaande woensdag is het zover: de publicatie van de juni-raming van het centraal planbureau (CPB). De rekenaars van het CPB zullen dan verschillende cijfers publiceren, maar 't meest explosieve zal de raming van de mediane koopkracht zijn.
Op basis hiervan wordt duidelijk of de claim van rutte: “96% van de huishoudens gaat er op vooruit in 2019” kan worden gehandhaafd of naar de prullenbak moet worden verwezen.
Op 29 januari voorspelde ik op OpinieZ – na empirisch onderzoek – dat slechts de helft van nederland erop vooruit zou gaan. Dit naar aanleiding van een alternatieve inschatting van twee belangrijke variabelen die aan de berekening van de koopkracht bijdragen: de inflatie en de loonontwikkeling.
Het kabinet en het CPB gingen in hun originele koopkracht-ramingen voor 2019 uit van een inflatieniveau van 2,4% . In mijn artikel ging ik uit van het veel hogere inflatiepercentage 3,5%. Als we het CBS (gegevens mei 2019) moeten geloven, dan bewegen we ons nu op een niveau van rond de 2,6% in de eerste vijf maanden van het jaar. Dat is nog ónder mijn voorspelling, maar bóven de voorspelling van het kabinet.
De berekening van de inflatie door het CBS is echter niet volledig transparant…