De strekking van de Zembla-uitzending was dat fouten in de opsporingsfase zelden tot nooit publiekelijk worden gecorrigeerd.
In ieder geval niet door de rechter, die tot in hoogste instantie de vervolging van de dader belangrijker vindt dan de wijze waarop het bewijs is verzameld of de aanhouding is verricht. Het nietig verklaren van vervolgingen door gesjoemel met bewijs is een zeldzaamheid geworden.
In tegenstelling tot andere landen bestaat hier geen stevig extern toezicht op OM en politie. Dat is een probleem, zeker nu we een nationale politie hebben met centrale aansturing en een OM dat steeds meer zelfstandig straffen kan opleggen.
Toezicht is incidenteel – de ombudsman doet een onderzoek of een ad hoc commissie, waarna excuses volgen. En stilte.
Strafrecht hangt soms van list en intrige aan elkaar. Maar dan blijft de vraag: wie toetst zo'n opzienbarende stap van het OM? Openbaarheid, in de rechtszaal, was dus te link.
Ik denk dat het OM net als de aivd toe is aan een ‘commissie-Stiekem' waar het z'n duivelse dilemma's kan toetsen.