De dwangsom die asielzoekers krijgen als ze te lang moeten wachten op behandeling van hun asielaanvraag, moet niet worden afgeschaft, vindt de Raad van State.
Wel zouden er, nu vreemdelingendienst IND hopeloos achterloopt, tijdelijk geen dwangsommen kunnen worden opgelegd.
De Raad van State, die nieuwe wetgeving van het kabinet tegen het licht houdt, vindt de dwangsomregeling een belangrijk wapen voor burgers om de overheid te dwingen zijn werk te doen.
Daarom zou verantwoordelijk staatssecretaris Ankie Broekers-Knol er goed aan doen af te zien van haar voornemen om voorgoed een einde te maken aan de dwangsom. Een tijdelijke opschorting is verdedigbaar, vindt de raad, maar de afschaffing die Broekers-Knol voorstaat gaat te ver.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is door de opgelopen wachttijden op het ogenblik iedere week een miljoen euro kwijt aan dwangsommen. Dat ergert kabinet en Kamer.
Maar een belangrijk deel van diezelfde Kamer wil asielzoekers ook niet de instrumenten ontnemen om hun recht te halen. Broekers smeedde daarom een compromis: